DORA bevat vereisten voor een groot scala aan onderwerpen. Deze zijn opgedeeld in de volgende vijf thema’s:
ICT-risicobeheer: van ondernemingen wordt onder andere verwacht dat ze over een raamwerk beschikken voor ICT-risicobeheer waarmee risico’s worden gedetecteerd en gemitigeerd, en dat dit risicobeheer op gepaste wijze wordt vastgelegd. Ook dienen ondernemingen een jaarlijkse risicobeoordeling uit te voeren en de bedrijfscontinuïteit procesmatig in te richten. Het raamwerk moet worden ontwikkeld op basis van de geïnventariseerde IT-assets. Onder dit thema valt ook back-up en recovery, herstel na IT-incidenten, en de inrichting van IT-governance en -organisatie. Als onderdeel van dit laatste punt wordt IT-kennis van bestuurders een integraal onderdeel van personentoetsingen. Dit is een bestaand proces waarbij personen die het beleid van een onderneming (mede) bepalen bij aantreden getoetst worden op betrouwbaarheid en/of geschiktheid.
ICT-gerelateerde incidenten: van ondernemingen wordt verwacht dat ze incidenten en significante cyberdreigingen procesmatig beheren, classificeren en afhandelen. Ook wordt onder andere voorgeschreven dat toezichthouders actief moeten worden geïnformeerd over de afhandeling van kritieke IT-incidenten.
Testen van digitale weerbaarheid: ondernemingen moeten over een programma beschikken voor het testen van hun digitale weerbaarheid. Onderdeel hiervan is het risicogebaseerd uitvoeren van tests op IT-systemen die cruciale of belangrijke functies ondersteunen en het opvolgen van eventuele bevindingen. Denk hierbij aan vulnerability scans, penetratietesten en controles op de fysieke beveiliging van de IT-assets. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van interne testers (mits deze voldoen aan de vereisten omtrent objectiviteit en het voorkomen van ongepaste beïnvloeding), of kan externe expertise worden ingeschakeld. Voor ondernemingen van significante omvang worden geavanceerde tests (zoals TIBER1) voorgeschreven.
Beheer van ICT-risico’s van derde aanbieders: binnen dit onderwerp worden de vereisten beschreven voor de beheersing van IT-uitbestedingen, zoals het uitvoeren van risicomanagement en het opnemen van bepaalde contractuele bepalingen (zoals ter ondersteuning van de exit-strategie). Daarnaast zullen aanbieders van IT-diensten die cruciaal zijn voor de Europese financiële sector worden onderworpen aan een Europees toezichtkader. Onder ‘derde aanbieders’ worden onder andere verleners van cloudcomputing-, software- en datacentrumdiensten verstaan.
Informatie-uitwisseling over cyberdreigingen en kwetsbaarheden: de verordening beschrijft op welke wijze en onder welke voorwaarden informatie over cyberdreigingen tussen ondernemingen kan worden uitgewisseld.
De
volledige verordening omvat meer maatregelen per onderwerp. De komende tijd zullen daarnaast onder leiding van de European Supervisory Authorities (ESAs) ook de zogenaamde
regulatory (RTS) en
implementing technical standards (ITS) worden ontwikkeld. Hierin worden de details uit de verordening verder uitgewerkt (RTS) en waar nodig worden templates, formulieren en procedures ontwikkeld (ITS).
1. Threat Intelligence Based Ethical Red-teaming: een programma vanuit DNB en AFM waarbij financiële instellingen testen hoe weerbaar ze zijn tegen geavanceerde cyberaanvallen.