Audit impact
Hoewel de oplossing niet betrokken is bij de grootste financiële stroom in dit proces, is het opvolgen van de uitval, voorbereiden van goedkeuringsdocumentatie en het verzenden van verrekenbrieven naar leveranciers wel degelijk een stroom van materieel belang van de jaarrekeningcontrole voor deze klant. In de jaarrekeningcontrole wordt tot op heden voor deze stroom nog een handmatige aanpak gehanteerd door middel van de inspectie van een omvangrijke steekproef van verrekenbrieven. Het eventueel kiezen voor een procesgerichte auditaanpak waarbij gesteund wordt op de RPA-oplossing stelt andere eisen aan de controle-aanpak in vergelijking met de situatie waarin deze stappen handmatig worden ondernomen.
Ten eerste prepareert de eerste oplossing de gegevens van de uitgevallen factuur die ter goedkeuring wordt aangeboden, waarmee information used in the control (IUC) wordt gegenereerd. Maar middels de rapportagemogelijkheden van de digitale formulieren en het ERP-systeem kan deze efficiënt worden afgedekt door een integrale aansluiting tussen formulieren en de uitvalbak uit het ERP-systeem, met als resultaat dat dit deel van de RPA-oplossing buiten scope kan worden geplaatst.
Maar het opstellen en verzenden van de verrekenbrieven brengt wel een financieel risico met zich mee. Een te hoge verrekening is niet direct een risico op onjuiste of onvolledige gegevens, immers de leverancier controleert hierna of hij niet teveel geld verliest. Een te lage verrekening of zelfs géén verzonden verrekening betekent dat de organisatie geld zou verliezen.
Als hier dus gesteund zou worden op de RPA-oplossing, dan worden ook IT-beheersmaatregelen (zoals toegangs- en wijzigingsbeheer) over het RPA-platform, waarbinnen de oplossing gebouwd is, relevant. Afhankelijk van de materialiteit van de financiële stroom kan het toetsen van een integrale (volledige) set van beheersmaatregelen wenselijk zijn tegenover een beperktere set maatregelen op basis van risicoanalyse.
In de regel creëert het gebruik van RPA aanvullende toegangsrisico’s.
Risico A: de accounts die de oplossing gebruikt om in de financiële applicaties te komen moeten vaak interactief benaderbaar zijn zodat de robot de handelingen van een medewerker kan nabootsen. Dit is uiteraard ook gevoelig voor ongeautoriseerd gebruik wanneer de logingegevens bekend zijn bij reguliere gebruikers.
Risico B: Ook wordt aanvullende logica gemaakt die financiële bewerking doet, waarin dus foutieve verwerking kan ontstaan- vaak dan nog in bulk ook.
Risico C: Of in andere gevallen kan de robot te vaak- of juist niet vaak genoeg in gang worden gezet, of met foutieve input, leidend tot problemen met tijdigheid, volledigheid of juistheid van de verwerking van afgekeurde facturen. Minimaal kan dus worden verwacht dat met het volgende rekening moet worden gehouden:
| Risico |
|
|
Controls over: | A | B | C |
Toegang tot de/het RPA-account(s) | X |
|
|
Toegang tot de werkvoorraad (te verwerken facturen en te verzenden verrekenbrieven) | X |
|
|
Toegang tot het rechtenbeheer van het robotiseringsplatform | X |
|
|
Toegang tot scheduling van de robot | X |
| X |
Rechten van de business-medewerkers die interacteren met de bot | X |
|
|
Monitoring en opvolging van fouten |
|
| X |
Het wijzigingsmanagementproces van de logica van de robot |
| X |
|
Daarnaast is het nodig om voor twee scenario’s (factuur handmatig goed- en afgekeurd) minimaal een test-of-one uit te voeren om te verifiëren dat de logica naar behoren werkt, in combinatie met het testen van de configuratie van de scenario’s. Ook dient de interface tussen het ERP-systeem en het RPA-platform te worden getest, waarin wordt gekeken of de output van verrekenbrieven uit het RPA-platform leidt tot dezelfde input in het ERP-systeem.
Conclusie
In geval van deze voorgestelde casus waarin slechts een enkelvoudige RPA-oplossing gebruikt wordt, is al in de voorbereidende fase van de jaarrekeningcontrole besloten dat bovenstaande te weinig efficiëntie met zich meebrengt ten opzichte van een steekproef-controle. Het biedt wel inzicht in: het vergroten van het aantal beheersmaatregelen dat door middel van een RPA-oplossing wordt uitgevoerd/ondersteund. Dit laatste verhoogt de meerwaarde van toetsing van de IT-beheersmaatregelen over het RPA-platform en de robots. Efficiëntie hoeft uiteraard niet altijd een valide argument te zijn om al dan niet gebruik te maken van RPA in de controle. Een klant ervaart over het algemeen meer toegevoegde waarde als zijn systeem van interne beheersing voldoende betrouwbaar wordt geacht, in plaats van een omvangrijke deelwaarneming, die in veel gevallen ook voor de klant tijdrovend is.