Een belangrijk aandachtspunt bij het uitvoeren van opdrachten onder Richtlijn 4400 is het vermijden van valkuilen die in het verleden hebben geleid tot tuchtrechtelijke kwesties bij het toepassen van Standaard 4400 of 4400N door accountants. Uit recente tuchtrechtzaken blijkt dat accountants soms geneigd zijn eerdere werkzaamheden te kopiëren en plakken, zonder voldoende rekening te houden met de specifieke eisen van nieuwe onderzoeksobjecten. Dit kan leiden tot niet-conforme of onjuiste resultaten. Een voorbeeld hiervan is een accountants-tuchtrechtzaak (zaaknummer 22/2138 Wtra AK) waarbij een rapport van feitelijke bevindingen niet voldeed aan Standaard 4400N. In het rapport werd een oordeel gegeven over de kwaliteit van accountantsproducten, wat niet past bij een rapport van feitelijke bevindingen. Bovendien werd de term “oordeel” vaak gebruikt, wat ten onrechte een bepaalde mate van zekerheid suggereerde. Deze zaak benadrukt het belang van het nauwkeurig formuleren van bevindingen zonder een oordeel te geven.